Nee, Utrecht, de achterkant van het stadhuis.
De architect is dood, en dat is duidelijk te zien.
Adres: Korte Minrebroederstraat.
Maar, zul je misschien zeggen, als je het zo vreselijk vindt, dan ga je daar toch niet naartoe?
Maar dat kan niet, want op datzelfde pleinachtige terrein, op de hoek van de Telingstraat en de Minrebroederstraat, bevindt zich de Griekse snackbar El Greco, waar al jaren de beste gyros me pita benoorden Thessaloniki wordt aangeboden.
Soms, heel soms, kom je iemand tegen die...
Maar laat ik bij het begin beginnen.
Het is een mooie week. De magnolia's staan in bloei. Ik heb er wel drie dagen over gedaan voor ik op de naam 'magnolia' was gekomen. Ik kwam steeds maar niet verder dan 'tulpenboom'. De dementie lonkt.
Politiek gaat er ook van alles mis. Maar daar hebben anderen het wel over.
Ik ging boodschappen doen in het nieuwe, nu al ten dode opgeschreven winkelcentrumpje in Terwijde.
Voor de tweede keer. Het is daar niet druk, wat erg handig is als je zoals ik je verplaatst in een scootmobiel. En een bijkomend voordeel is dat er een heleboel etenswaren 35% zijn afgeprijsd wegens nadering van de toegestane verkoopdatum.
Ik naderde de gekoelde wand met toebereide maaltijden. Eentje daarvan is niet slecht. Bijna net zo lekker als ik hem zelf maak, maar met veel minder kliederboel: de pasta carbonara.
Ik zag de bakjes staan, maar kon er niet bij. Ik keek om me heen. Vlakbij stond een paardestaart-meisje van een jaar of zestien, al dan niet allochtoon.
'Zou je even wat voor me willen pakken?' vroeg ik.
'Ja, hoor,' zei ze vrolijk.
'Dat bakje carbonara met dat stickertje van 35%, alsjeblieft.'
'Deze?'
'Ja.'
Ze pakte het bakje en inspecteerde het zorgvuldig. 'Dan moet u het wel vandaag opeten,' zei ze informatief.
'Moeten,' zei ze. Dat mag eigenlijk niet meer. Het is altijd 'mogen,' ook als het 'moeten' is.
'Okee,' zei ik. 'Dat beloof ik.'
En tot mijne verbijstering, dames en heren, legde ze even begrijpend haar hand op mijn schouder en knikte me toe alsof ze knipoogde.
Dus ze bestaan nog. Gewoon in een al jong stervend winkelcentrumpje tussen Lage Weide en Vleuten, waar eigenlijk niks is.
Maar wel gevoel voor humor.
's Avonds smaakte de carbonara overheerlijk. Toch al, maar nu nog meer.
Ik had de kans. De gelegenheid. Ik had leeftocht ingeslagen in Vleuterweide en kwam vanuit de/het Hardenbroek om de Europalaan over te steken. Daar stond een imitatie-SUV die ook uit de/het Hardenbroek kwam en een beetje schuin stond, zodat ik niet kon zien of hij naar links of naar rechts de Europalaan op wou. Ik kon er rechts naast gaan staan, vrijwel onzichtbaar voor de bestuurder. Die had geen richtingaanwijzer uitgezet (aangezet eigenlijk, hè), dus wist ik nog steeds niet of hij naar links of naar rechts wou. Dat geen richting aangeven in Leidsche Rijn, waar je woont, is een uiting van het Belgisch Syndroom (of Syndroom van België): er hoeven geen richtingbordjes neergezet te worden, want iedereen die hier komt, weet toch wel waar hij heen gaat en als hij dat niet weet, heeft hij hier niks te zoeken.
Als die auto naar rechts zou gaan en ik stond naast hem, dan zou hij me zeker verpletteren. Ik overwoog de mogelijkheid. Het was wel een nette manier.
Maar toen dacht ik aan de twee tongfiletjes die ik bij de Volendammer gescoord had. Die zijn er lang niet altijd. En de prijs rechtvaardigt de naam zeebanket, of iets met 'gulden'. Dat vond ik zonde, om die mis te lopen. Dus bleef ik netjes achter die auto staan, die even later, nog steeds zonder richtingaanwijzer, daadwerkelijk naar rechts ging.
|
Recente reacties